Operation Manual
922 Appendix A: Functies en instructies
Logistic MATH/Statistics/Regressions menu
Logistic
lijst1
,
lijst2
[ , [
iteraties
] , [
lijst3
] [,
lijst4
,
lijst5
] ]
Berekent de logistische regressie en werkt alle
statistische systeemvariabelen bij.
Alle lijsten moeten dezelfde dimensie hebben,
met uitzondering van
lijst5
.
lijst1
staat voor xlijst.
lijst2
staat voor ylijst.
lijst3
staat voor frequenties.
lijst4
staat voor categoriecodes.
lijst5
staat voor categorie-opnamelijst.
iteraties
specificeert het maximum aantal keren dat
er getracht zal worden een oplossing te vinden.
Indien weggelaten, wordt 64 gebruikt. In het
algemeen resulteren grotere waarden in meer
nauwkeurigheid maar tevens in een langere
rekentijd, en omgekeerd.
Opmerking:
lijst1
tot
lijst4
moeten variabele-
namen zijn of c1–c99 (kolommen van de laatste
gegevensvariabele die is getoond in de
Data/Matrix Editor).
lijst5
hoeft geen variabelenaam
te zijn en kan niet c1–c99 zijn.
In de grafische modus Function:
{1,2,3,4,5,6}
! L1 ¸ {1 2 3 …}
{1,1.3,2.5,3.5,4.5,4.8}
! L2 ¸
{1 1.3 2.5 …}
Logistic L1,L2
¸ Done
ShowStat
¸
¸
regeq(x)
! y1(x) ¸ Done
NewPlot 1,1,L1,L2
¸ Done
¥%
„ 9
Loop CATALOG
Loop
blok
EndLoop
Voert de opdrachten in
blok
bij herhaling uit.
Merk op dat de lus eindeloos zal worden
uitgevoerd tenzij binnen
blok
een Goto of Exit
instructie wordt uitgevoerd.
blok
is een opeenvolging van opdrachten die
gescheiden zijn door het teken “:”.
Programmasegment:
©
:1
! i
:Loop
: Rand(6)
! die1
: Rand(6)
! die2
: If die1=6 and die2=6
: Goto End
: i+1
! i
:EndLoop
:Lbl End
:Disp " The number of rolls is ", i
©