Operation Manual

Programmeren 671
De opdrachten Lbl en Goto
De opdrachten Lbl en GotoDe opdrachten Lbl en Goto
De opdrachten Lbl en Goto
U kunt het verloop van uw programma ook controleren door de opdrachten
Lbl (label) en
Goto te gebruiken.
Gebruik de opdracht
Lbl als u een naam aan een specifieke lokatie in het programma
toe wilt kennen.
Vervolgens kunt u de opdracht
Goto op elk gewenst punt in het programma gebruiken
om te springen naar de lokatie die correspondeert met het opgegeven
label.label.
Aangezien de opdracht
Goto onvoorwaardelijk is (er wordt altijd naar het opgegeven
label gesprongen), wordt deze opdracht vaak met de opdracht
If gebruikt, zodat u een
voorwaardelijke test kunt opgeven. Bijvoorbeeld:
Ê
Ë
:If x>5
: Goto GT5
:Disp x
:--------
:--------
:Lbl GT5
:Disp "The number was > 5”
Lbl labelNaam
de naam die aan deze lokatie wordt toegekend (gebruik
dezelfde naamconventie als voor een variabelenaam)
Goto labelNaam
geeft aan naar welke Lbl-opdracht gesprongen moet worden