Operation Manual
Data/Matrix Editor 587
Opmerking: bij een gegevensvariabele worden koptekstdefinities opgeslagen wanneer u
de Data/ Matrix Editor verlaat. Bij een lijstvariabele worden de definities niet opgeslagen
(alleen de celwaarden die het resultaat ervan zijn).
Een koptekstdefinitie wissen
Een koptekstdefinitie wissenEen koptekstdefinitie wissen
Een koptekstdefinitie wissen
1. Verplaats de cursor naar één van de cellen in de kolom en druk op †.
– of –
Verplaats de cursor naar de koptekstcel van de kolom (
c1, c2, etc.) en druk op
¸.
2. Druk op M om de gemarkeerde uitdrukking te wissen.
3. Druk op ¸, D, of op C.
Een bestaande lijst gebruiken als kolom
Een bestaande lijst gebruiken als kolomEen bestaande lijst gebruiken als kolom
Een bestaande lijst gebruiken als kolom
Veronderstel dat u één of meer bestaande lijsten hebt en dat u deze lijsten wilt gebruiken
als kolommen in een gegevensvariabele.
Vanuit: Handeling:
De Data/Matrix Editor
Gebruik
† om de kolomkoptekst van
de gewenste kolom te definiëren.
Verwijs naar de bestaande
lijstvariabele. Bijvoorbeeld: c1=list1