Operation Manual
Hoofdstuk 3: Wiskundige functies differentiëren en integreren, en logische functies
59
03MATH.DOC Wiskundige functies differentiëren en integreren, en logische functies Chantall Revised: 08/22/97 12:05 PM Printed: 08/22/97 12:05 PM Page 59 of 1003MATH.DOC Wiskundige functies differentiëren en integreren, en logische functies Chantall Revised: 08/22/97 12:05 PM Printed: 08/22/97 12:05 PM Page 59 of 10
De editor voor inter-/extrapolatie
Als U over twee bekende paren en de x- of y-waarde van het onbekende paar beschikt, kunt u
gebruik maken van de editor voor inter-/extrapolatie. Hiermee kunt u waarden lineair inter- of
extrapoleren.
1
Toon de inter-/extrapolatie-editor.
2
Voer reële waarden van het eerste bekende
paar (
x1
,
y1
) in. De waarden kunnen
expressies zijn.
-
Œ
/
&
3
b
5
b
3
Voer waarden van het tweede bekende paar
(
x2
,
y2)
in.
4
b
4
b
4
Voer een waarde van
x
of van
y
van het
onbekende paar in.
5
Zet de cursor op de waarde die U wilt
oplossen (
x
of
y
).
6
Selecteer
SOLVE
.
1
b
$
of
#
*
De oplossing wordt geïnter- of geëxtrapoleerd en getoond; de variabelen
x
en
y
zijn niet
veranderd. Een zwart hokje in de eerste kolom geeft de geïnter- of geëxtrapoleerde waarde aan.
Nadat een waarde is verschenen, kunt U doorgaan met het gebruik van de inter-/extrapolatie-
editor.
Selecteer
inter(
uit
CATALOG
en
voer
inter(
x1
,
y1
,
x2
,
y2
,
x
)
in om y
uit het beginscherm te
interpoleren.
Voer
inter(
y1
,
x1
,
y2
,
x2
,
y
)
in om x
uit het beginscherm te
interpoleren.
U kunt individuele waarden met
de
X
toets opslaan
(hoofdstuk 2).