Operation Manual
Hoofdstuk 19: Toepassingen
289
19APPS.DOC 19 Benoît Van Hove Revised: 08/27/97 8:19 PM Printed: 08/27/97 8:39 PM Page 289 of 20
8 Selecteer
INTER
uit het
MATH
-menu voor weergave van de
inter-/extrapolatie-editor. Voer voor interpolatie van
POWER
voor
CURR=125
de dichtstbijzijnde coördinatenparen in:
x1=POWER(7)y1=CURR(7)
x2=POWER(8)y2=CURR(8)
9 Voer
y=125
in en los op voor
x
.
J Ga naar het beginscherm en selecteer
LinR
uit het
STAT
CALC
-
menu lineaire regressie op de opgeslagen gegevens van
POWER
en
CURR
toe te passen. Schrijf de waarde van de variabele
corr
op.
K Pas de logaritmische (
LnR
), exponentiële (
ExpR
), en machtsregressies (
PwrR
) op de gegevens toe en
schrijf de
corr
-waarde voor elke regressie op. Vergelijk de
corr
-waarden om uit te maken welk model
het best op de gegevens past (de
corr
-waarde het dichtst bij
1
).
L Voer de meest nauwkeurige regressie opnieuw uit en selecteer
daarna
FCST
uit het
STAT
-menu. Voer
y=125
in en los op voor
x
om de waarde van
POWER
bij
CURR=125
te voorspellen.
Vergelijk dit antwoord met dat van stap 9.
De
7
s en
8
en tussen haakjes
specificeren het 7de en 8ste
element van
POWER
en
CURR
.
Druk op
-
¢
om na
LinR
een andere regressie in te voere
n
en voer de nodige bewerkingen
uit om de uitdrukking aan te
passen.