Operation Manual

Hoofdstuk 19: Toepassingen
285
19APPS.DOC 19 BenoƮt Van Hove Revised: 08/27/97 8:19 PM Printed: 08/27/97 8:39 PM Page 285 of 20
De oppervlakte tussen curven berekenen
Bereken de oppervlakte van het gebied
begrensd door:
f(x)=300 x/(x
2
+625)
g(x)=3 cos (.1 x)
x=75
1
Selecteer
y(x)=
uit het
GRAPH
-menu in de grafische mode
Func
voor weergave van de
vergelijkingeneditor en voer de volgende vergelijkingen in.
y1=300 x/(x
2
+625) y2=3 cos (.1 x)
2
Selecteer
WIND
uit het
GRAPH
-menu en stel de venstervariabelen als volgt in:
xMin=0 xMax=100 xScl=10 yMin=L5 yMax=10 yScl=1 xRes=1
3
Selecteer
GRAPH
uit het
GRAPH
-menu voor weergave van het grafische scherm.
4
Selecteer
ISECT
uit het
GRAPH MATH
-menu. Plaats de traceercursor op het snijpunt van de grafieken.
Druk op
b
om
y1
te selecteren. De cursor gaat naar
y2
. Druk op
b
. Druk vervolgens opnieuw
op
b
om de huidige cursorpositie als beginschatting in te stellen. De x-waarde van het snijpunt,
die de ondergrens van de integraal is, wordt opgeslagen in
Ans
en
x
.
5
De te integreren oppervlakte ligt tussen
y1
en
y2
tussen
x=5.5689088189
en
x=75
. Ga terug naar het beginscherm.
Selecteer
Shade
uit het
GRAPH
DRAW
-menu en voer
onderstaande expressie uit om de oppervlakte in de grafiek te
zien:
Shade(y2,y1,Ans,75)
6
Selecteer
TOL
uit het
MEM
-menu en stel
tol=1
E
L5
in.
7
Bereken in het beginscherm de integraal met
fnInt
(
CALC
-menu). De oppervlakte is 325.839961998.
fnInt(y1Ny2,x,Ans,75)
Kies, indien nodig,
ALL
uit het
vergelijkingeneditormenu om alle
functies te deselecteren. Zet
tevens alle statistische grafieken
uit.