Operation Manual

210
Hoofdstuk 13: Matrices
13MATRX.DOC Chantall Revised: 08/27/97 9:07 AM Printed: 08/27/97 12:14 PM Page 210 of 1213MATRX.DOC Chantall Revised: 08/27/97 9:07 AM Printed: 08/27/97 12:14 PM Page 210 of 12
Toepassen van wiskundige functies op matrixces
matrixA
+
matrixB Telt corresponderende elementen op; geeft een sommatrix weer
matrixA
N
matrixB Trekt corresponderende elementen af; geeft een verschilmatrix weer
matrixA
¹
matrixB of
matrixB
¹
matrixA
Vermenigvuldigt matrixA met matrixB; geeft de produktmatrix weer met het
aantal rijen van A en het aantal kolommen van B
matrix
¹
waarde of
waarde
¹
matrix
Geeft een matrix weer waarvan elk element het product is van waarde maal
element in de matrix
matrix
¹
vector Geeft een vector die produkt is van matrix
¹
kolomvector. Aantal kolommen
v
an de matrix = aantal elementen van de vector
M
matrix (negatie) Wijzigt het teken van elk element in matrix
matrix
M1
Geeft de inverse matrix weer (niet de inverse van elk element)
matrix
2
Verheft een vierkante matrix tot de tweede macht
matrix
^
macht Verheft een vierkante matrix tot de aangeduide macht
round(
matrix[
,
decimalen]
)
Rondt elk matrixelement op twaalf cijfers af of op een gespecificeerd aantal
decimalen
matrixA
==
matrixB Geeft een
1
als corresponderende elementen aan elkaar gelijk zijn; geeft een
0
als dat voor minstens één paar niet waar is
matrixA
ƒ
matrixB Geeft een
1
als minimaal één paar met elkaar corresponderende elementen
niet gelijk aan elkaar zijn
e^
matrix Berekent de exponentiële waarde van een vierkante matrix met reële getallen
als elementen
Om twee matrices bij elkaar op te
tellen, van elkaar af te trekken of
met elkaar te vermenigvuldigen,
moet het aantal kolommen van
matrixA
gelijk zijn aan het aantal
rijen van
matrixB
.
Om
M
1
in te voeren, druk op
-
ƒ en niet op 2 @ a 1
.
Om
matrixA
met
matrixB
te
vergelijken moeten zij dezelfde
dimensie hebben.