Operation Manual

Hoofdstuk 10: Differentiaalvergelijkingen
163
10DIFFEQ.DOC 10 Benoît Van Hove Revised: 08/27/97 7:46 PM Printed: 08/27/97 8:33 PM Page 163 of 2210DIFFEQ.DOC 10 Benoît Van Hove Revised: 08/27/97 7:46 PM Printed: 08/27/97 8:33 PM Page 163 of 22
5 Geef de venstereditor weer en stel de
venstervariabelen in.
- f #
10
# `
01
# #
0
# # #
a
4
#
4
6 Geef de editor van de beginwaarden weer en
voer de beginwaarden in. Een vierkantje
geeft aan dat een beginwaarde is vereist.
(
3
# a
5
`
25
#
7
`
5
#
a
5
`
75
7 Geef de editor van de assen weer en voer
twee variabelen waarvoor u het stelsel wilt
oplossen in. Laat de apostrof (
'
) weg.
)
8 Geef de grafiek weer. Verken de grafiek met
de traceercursor.
9 Voer een
t
-waarde in om de traceercursor
naar de oplossing voor die
t
-waarde te
verplaatsen. De
t
-en
Q4
-coördinaten worden
weergegeven.
. / )
" and !
4
b
In de grafische mode
DifEq
is
t
de onafhankelijke en
Q’
n
de
afhankelijke variabele, waar
n
1
and 9.
Als
FldOff
wordt gekozen zijn
x=t
en
y=Q
de standaardinstellingen
voor de assen.