Operation Manual

Hoofdstuk 9: Parameterkrommen
147
09PARA.DOC 9 Chantall Revised: 08/22/97 4:38 PM Printed: 08/22/97 4:38 PM Page 147 of 1009PARA.DOC 9 Chantall Revised: 08/22/97 4:38 PM Printed: 08/22/97 4:38 PM Page 147 of 10
Het plaatsen van de traceercursor op een t-waarde
Voer een geldige
t-
waarde in om de traceercursor op een kromme te plaatsen. Na het invoeren
van het eerste cijfer staat in de linkeronderhoek een
t=
-prompt. De ingevoerde waarde moet
geldig zijn voor het betreffende grafische scherm. Druk na invoer op b. De traceercursor
wordt nu opnieuw geactiveerd.
Als de traceerfunctie niet actief is, zal de
GRAPH
menu-optie
EVAL
voor een gegeven
t-
waarde de
geselecteerde parametervoorstellingen rechtstreeks in een grafiek berekenen.
Als u
eval
in het beginscherm of in een programma gebruikt, wordt een lijst met x- en y-waarden
in de vorm:
{xt1(t) yt1(t) xt2(t) xt2(t) ...}
gegeven
.
Het gebruik van zoomfuncties
De menu-opties van
GRAPH
ZOOM
werken in de grafische mode
Param
op dezelfde manier als in
Func
. Dit geldt niet voor
ZFIT.
In de
Param
-mode stelt
ZFIT
het grafische scherm zowel in de x- als
in de y-richting automatisch bij.
De menu-opties van
GRAPH
ZOOM
hebben alleen invloed op de
x- en y-
venstervariabelen (
xMin
,
xMax
en
Xscl
en
yMin
,
yMax
en
yScl
) met uitzondering van
ZSTO
en
ZRCL.
Deze hebben ook
invloed op de venstervariabelen t (
tMin
,
tMax
en
tStep
).
Snelzoom is beschikbaar in de
grafische mode Param; het
volledige scherm kan niet worden
weergegeven (hoofdstuk 6).
De getekende
parametervoorstelling in het
voorbeeld is:
xt1=95t cos 30
¡
yt1=95t sin 30
¡N
16t2
Bij de
t=-
prompt kunt u een
expressie invoeren.