Operation Manual

102
Hoofdstuk 6: Grafische hulpmiddelen
06TOOLS.DOC 6 Raquel Revised: 26/08/97 18:10 Printed: 26/08/97 18:11 Page 102 of 2606TOOLS.DOC 6 Raquel Revised: 26/08/97 18:10 Printed: 26/08/97 18:11 Page 102 of 26
De vrij bewegende cursorcoördinaten geven de cursorpositie op het grafische scherm weer. Het
verplaatsen van de vrij bewegende cursor op de grafiek van een functie van exact het ene punt naar
het andere is erg moeilijk. Gebruik de traceercursor om op eenvoudige wijze over de grafiek te lopen.
Een grafiek traceren
Kies
TRACE
uit het
GRAPH
-menu om de grafiek weer te geven en deze te traceren.
De traceercursor verschijnt als een vierkantje met een
knipperende diagonale lijn in elke hoek. In eerste instantie
verschijnt de traceercursor op de grafiek van de eerstgekozen
functie op het punt met de
x
-waarde die het dichtst bij het
midden van het scherm ligt.
Als
CoordOn
is geselecteerd, worden de cursorcoördinaten
onderin het scherm weergegeven.
Voor het verplaatsen van de traceercursor... Druk op deze toetsen:
Naar het volgende of eerdere punt op de grafiek
"
of
!
Naar een geldige onafhankelijke variabele (
x
,
q
of
t
) in de huidige vergelijking
waarde
b
Van de ene naar de andere functie (of van het ene naar het andere lid van een
familie krommen; hoofdstuk 5) naar een punt met dezelfde x-waarde, in al dan
niet omgekeerde volgorde van de gekozen functies (of groepsleden) in de
vergelijkingeneditor
#
of
$
Bij het volgen van de grafiek door de traceercursor wordt de
y
-waarde uit de
x
-waarde berekend. Dit
wil zeggen:
y=y
n
(x)
. Als u onder of boven het grafiekscherm traceert, veranderen de coördinaten op
het scherm als zou de cursor nog zichtbaar zijn.
In dit voorbeeld wordt de functie
y(x)=x
3
+0,3x
2
-4x
getekend.
Bij het invoeren van het eerste
teken van een x-waarde wordt
een
x=
-prompt gegeven. De
waarde mag een expressie zijn.
Als een functie voor een waarde
van
x
niet is gedefinieerd, wordt
geen
y
-waarde getoond.