Operation Manual

Hoofdstuk 1: Bediening van de TI-84 Plus Silver Edition 32
Variabelen archiveren
Variabelen archiverenVariabelen archiveren
Variabelen archiveren
U kunt gegevens, programma’s of andere variabelen archiveren in een gedeelte van het
geheugen dat het gegevensarchief van de gebruiker wordt genoemd. Hier kunnen de
variabelen niet per ongeluk bewerkt of gewist worden. In het archief opgeslagen
variabelen zijn te herkennen aan een sterretje (ä) links van de variabelenaam.
Gearchiveerde variabelen kunnen niet bewerkt of uitgevoerd worden. Het is alleen
mogelijk ze te bekijken of ze uit het archief te halen.
Indien u bijvoorbeeld lijst L1
archiveert, zult u zien dat L1 in het geheugen aanwezig is, maar indien u de lijst
selecteert en de naam L1 in het basisscherm plakt, zal het niet mogelijk zijn de inhoud
ervan te zien of de lijst te bewerken; hiervoor moet u hem eerst uit het archief te halen.
Waarden in variabelen oproepen
Waarden in variabelen oproepenWaarden in variabelen oproepen
Waarden in variabelen oproepen
Met behulp van de instructie Recall (RCL)
Met behulp van de instructie Recall (RCL)Met behulp van de instructie Recall (RCL)
Met behulp van de instructie Recall (RCL)
Als u de inhoud van een variabele wilt oproepen en op de cursorpositie wilt invoegen,
gaat u als volgt te werk. (Als u de instructie
RCL niet meer wilt gebruiken, drukt u op
.)
1. Druk op y K. Op de onderste regel van het scherm verschijnen
RCL en de
bewerkingscursor.
2. Voer de naam van de variabele op één van de volgende manieren in:
•druk op ƒ gevolgd door de eerste letter van de variabele;