Operation Manual

Hoofdstuk 10: Matrices 260
De dimensie van een matrix gebruiken met de functie dim(
De dimensie van een matrix gebruiken met de functie dim(De dimensie van een matrix gebruiken met de functie dim(
De dimensie van een matrix gebruiken met de functie dim(
De functie
dim( (dimensie) resulteert in een lijst die de dimensies ({rijen,kolommen}) van
matrix bevat.
dim(matrix)
Opmerking:
dim(matrix)! Ln:Ln(1) resulteert in het aantal rijen. dim(matrix)!Ln:Ln(2) geeft
het aantal kolommen als resultaat.
Een matrix maken met de functie dim(
Een matrix maken met de functie dim(Een matrix maken met de functie dim(
Een matrix maken met de functie dim(
U kunt de functie
dim( met ¿ gebruiken om een nieuwe matrix te maken met de
dimensie
rijen × kolommen, waarbij alle elementen in de nieuwe matrix de waarde nul
toegewezen krijgen.
{rijen,kolommen}!dim(matrix)