Operation Manual

Hoofdstuk 10: Matrices 243
3. Druk 1 Í om het eerste element in te voeren.
De rechthoekige cursor verspringt naar de tweede
kolom van de eerste rij.
4. Druk
2 Í 3 Í 3 Í om de invoer van de
bovenste rij te vervolledigen (voor de vergelijking
X + 2Y + 3Z = 3).
5. Druk nu
2 Í 3 Í 4 Í 3 Í om de
onderste rij in te voeren (voor de vergelijking
2X+3Y+4Z=3).
6. Druk y 5 om terug te keren naar het
basisscherm. Begin op een lege regel. Druk op
y > ~ om het menu
MATRX MATH weer te
geven. Druk nu } om naar de onderste optie in
het menu over te schakelen. Kies
B:rref( om de
functie
rref( in het basisscherm in te voegen.
7. Druk op y >
1 om 1: [A] te kiezen uit het
menu
MATRX NAMES. Druk ¤ Í. De
gereduceerde rijvorm van de matrix wordt op het
scherm weergegeven en opgeslagen in
Ans.
1X N 1Z = L3 so X = L3+Z
1Y + 2Z = 3 so Y = 3 N 2Z