Operation Manual
Hoofdstuk 3: De grafiek van functies Inhoud van dit hoofdstuk 76
4. Voer het getal in (1 tot en met 9 of 0; typ dus niet de naam van de variabele, Yn) voor elke
functie die u wilt in- of uitschakelen.
• Wanneer u twee of meer getallen invoert, moet u deze van elkaar scheiden door middel
van komma's.
• Als u alle functies tegelijk wilt in- of uitschakelen, voert u geen getal in na de instructie
FnOn of FnOff.
FnOn[functie#,functie#, . . .,functie n]
FnOff[functie#,functie#, . . .,functie n]
5. Druk Í. Wanneer de instructie wordt uitgevoerd, zal de status van elke functie in de
actuele modus worden ingesteld en verschijnt de melding
Done op het scherm.
Voorbeeld: in de modus Func zal de instructie FnOff :FnOn 1,3 alle functies in het Y= scherm
uitschakelen en vervolgens de functies Y1 en Y3 inschakelen.
Grafiekstijlen voor functies instellen
Pictogrammen voor grafiekstijlen in het Y= scherm
In de onderstaande tabel vindt u een beschrijving van de grafiekstijlen die beschikbaar zijn voor de
grafieken van functies. Gebruik deze grafiekstijlen om functies, die samen worden geplot, duidelijk
van elkaar te onderscheiden. Zo kunt u bijvoorbeeld voor de functie Y1 een volle lijn, voor Y2 een
puntenlijn en voor Y3 een dikke lijn gebruiken.
Opmerking: bepaalde grafiekstijlen kunt u niet kiezen in sommige grafische modi. In de
hoofdstukken 4, 5 en 6 vindt u een overzicht van de grafiekstijlen voor de modi Par, Pol en Seq.
Pict. Stijl Beschrijving
ç
Lijn Een volle lijn verbindt de geplotte punten; dit is de
standaardinstelling in de modus Connected
è
Dik Een dikke volle lijn verbindt de geplotte punten
é
Boven Het gedeelte boven de grafiek wordt gearceerd
ê
Onder Het gedeelte onder de grafiek wordt gearceerd
ë
Pad Een cirkelvormige cursor volgt de hoofdlijn van de grafiek en
tekent een pad
ì
Bewegend Een cirkelvormige cursor volgt de hoofdlijn van de grafiek zonder
een pad te tekenen
í
Beeldpunten Een klein punt wordt geplaatst voor elke geplotte waarde in de
grafiek; dit is de standaardinstelling in de modus Dot