Operation Manual

Hoofdstuk 3: De grafiek van functies Inhoud van dit hoofdstuk 74
Wanneer u het eerste teken invoert, wordt het =-teken gemarkeerd om aan te geven dat
de functie geselecteerd werd.
Terwijl u de uitdrukking invoert, wordt deze in het Y= scherm opgeslagen in de variabele Yn als
een gebruiker-gedefinieerde functie.
4. Druk Í of om de cursor te verplaatsen naar de volgende functie.
Een functie definiëren in het basisscherm of vanuit een programma
Wanneer u een functie in het basisscherm of vanuit een programma wilt definiëren, moet u
beginnen op een lege regel en als volgt te werk gaan.
1. Druk ƒ [ã], voer de uitdrukking in en druk vervolgens nogmaals ƒ [ã].
2. Druk ¿.
3. Druk op ƒ a om het YVAR snelmenu weer te geven, ga met de cursor naar de naam van
de functie en druk op
Í.
4. Selecteer de naam van de functie, waardoor deze naam in het basisscherm of het
programmascherm op de huidige positie van de cursor wordt ingevoegd.
5. Druk Í om de invoer van de instructie te beëindigen.
"uitdrukking"!Yn
Wanneer de instructie wordt uitgevoerd, zal de TI-84 Plus deze uitdrukking opslaan in de
opgegeven variabele
Yn, de functie selecteren en de melding Done op het scherm weergeven.
Y= functies in uitdrukkingen berekenen
U kunt de waarde van een Y= functie
Yn berekenen voor een opgegeven waarde van X. Een lijst
van
waarden levert ook een lijst als resultaat op.
Yn(waarde)
Yn({waarde1,waarde2,waarde3, . . .,waarde n})