Operation Manual
Hoofdstuk 2: Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 49
Een variabele berekenen in de vergelijkings-oplosser
Wanneer u met behulp van de vergelijkingsoplosser een variabele wilt berekenen nadat een
vergelijking in
eqn werd opgeslagen, moet u als volgt te werk gaan.
1. Kies in het menu MATH de optie B:Solver om het interactieve oplosserscherm op te roepen
indien dit nog niet wordt getoond.
2. Voer nu de waarde van elke gekende variabele in of breng de nodige wijzigingen aan. U moet
aan alle variabelen, met uitzondering van de ongekende variabele, een waarde toekennen.
Om de cursor te verplaatsen naar de volgende variabele, moet u
Í of † drukken.
3. Voer een eerste testwaarde in voor de ongekende variabele die u wilt oplossen. U bent niet
verplicht deze beginwaarde in te voeren, maar het kan de oplossingsprocedure versnellen.
Voor vergelijkingen met meer dan één oplossing zal de TI-84 Plus trachten de oplossing te
tonen die het dichtst uw testwaarde benadert.
De standaardtestwaarde wordt berekend als .
4. Wijzig bound={ondergrens,bovengrens}. ondergrens en bovengrens zijn de grenzen waartussen de
TI-84 Plus naar een oplossing zoekt. Ook deze grenzen bent u niet verplicht in te voeren,
maar kunnen er eveneens toe leiden dat de oplossing sneller wordt gevonden. De
standaardwaarde is
bound={L1â99,1â99}.
5. Verplaats de cursor naar de ongekende variabele waarvoor u de oplossing zoekt en druk
vervolgens
ƒ \.
• De oplossing wordt weergegeven naast de variabele die u zoekt. Een vol vierkantje in de
eerste kolom duidt de ongekende variabele aan waarvoor u de oplossingsprocedure hebt
uitgevoerd en geeft aan dat de vergelijking in evenwicht is. Indien er een weglatingsteken
verschijnt, betekent dit dat de waarde langer is dan op het scherm kan worden
weergegeven.
Opmerking: Wanneer een getal groter is dan op het scherm weergegeven kan worden,
druk dan op
~ om naar het eind van het getal te gaan, zodat u kunt zien of het eindigt op
upper lower+()
2
-----------------------------------------