Operation Manual

Hoofdstuk 2: Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 48
Druk op y K, plak een Y= variabelenaam uit het YVARS snelmenu en druk op Í.
De uitdrukking wordt in de vergelijkingenoplosser geplakt.
De uitdrukking zal worden opgeslagen in de variabele eqn zoals u deze invoert.
3. Druk Í of . Het interactieve vergelijkingsscherm wordt weergegeven.
De vergelijking die werd opgeslagen in eqn verschijnt nu op de bovenste regel en is gelijk
aan nul.
De variabelen in de vergelijking worden weergegeven in de volgorde waarin deze in de
vergelijking voorkomen. De waarden die in de getoonde variabelen werden opgeslagen,
worden eveneens weergegeven.
De standaardwaarden voor de onder- en bovengrens verschijnen op de laatste regel in
het scherm (
bound={L1â99,1â99}).
Het symbool $ wordt op de onderste regel in de eerste kolom weergegeven wanneer het
vergelijkingsscherm meer regels bevat dan op het scherm kunnen worden getoond.
Opmerking: als u de vergelijkingsoplosser wilt gebruiken om een vergelijking als bijvoorbeeld
K=.5MV
2
te bereken, moet u eqn:0=KN.5MV
2
invoeren in het vergelijkingsscherm.
Waarden voor variabelen invoeren en bewerken
Wanneer u een waarde voor een variabele invoert in het interactieve oplosserscherm, wordt de
nieuwe waarde in deze variabele in het geheugen opgeslagen.
U kunt ook een uitdrukking invoeren als de waarde voor deze variabele. Deze wordt dan berekend
wanneer u overschakelt naar de volgende variabele. Uitdrukkingen moeten steeds reële getallen
als resultaat opleveren in elke fase van de iteratie.
U kunt vergelijkingen opslaan in elke willekeurige
VARS Y-VARS variabele, zoals Y1 of r6, en
vervolgens in de vergelijking verwijzen naar die variabelen. De interactieve oplossingseditor geeft
alle variabelen van alle Y= functies die opgeroepen worden in de vergelijking weer.