Operation Manual
Appendix A: Tabellen en referentie-informatie 381
Fill(waarde,lijstnaam) Slaat waarde op in elk element in lijstnaam.
y 9
OPS
4:Fill(
Fix # Stelt de vaste notatie voor decimale getallen in op # cijfers
achter de komma.
†
z
0123456789
(kies een cijfer)
Float Stelt de decimale notatie in op drijvende komma.
†
z
Float
fMax(uitdrukking,
variabele,ondergrens,
bovengrens
[,nauwkeurigheid])
Geeft de waarde van variabele waar de uitdrukking, tussen
ondergrens en bovengrens, met de opgegeven
nauwkeurigheid het lokaal maximum bereikt.
MATH
7:fMax(
fMin(uitdrukking,
variabele,
ondergrens,bovengrens
[,nauwkeurigheid])
Geeft de waarde van variabele waar de uitdrukking, tussen
ondergrens en bovengrens, met de opgegeven
nauwkeurigheid het lokaal minimum bereikt.
MATH
6:fMin(
fnInt(uitdrukking,
variabele,
ondergrens,bovengrens
[,nauwkeurigheid])
Geeft de integraal van uitdrukking voor variabele, tussen
ondergrens en bovengrens met de opgegeven
nauwkeurigheid.
MATH
9:fnInt(
FnOff[functie#,functie#,
..., functie n]
Deslecteert alle Y= functies of de opgegeven Y= functies.
Y-VARS
4:On/Off
2:FnOff
FnOn[functie#,functie#,
...,functie n]
Selecteert alle Y= functies of de opgegeven Y= functies.
Y-VARS
4:On/Off
1:FnOn
:For(variabele,begin,
einde[,stapgrootte])
:opdrachten
:End
:opdrachten
Voert opdrachten uit tot End, vermeerdert variabele
beginnend bij begin met stapgrootte totdat variabele>einde.
†
CTL
4:For(
fPart(waarde) Geeft het deel (de delen) na het decimale teken van een
reëel of complex getal, uitdrukking, lijst of matrix.
NUM
4:fPart(
Üpdf(x,teller df,
noemer df)
Berekent de kans bij de Û-verdeling tussen ondergrens en
bovengrens voor de opgegeven teller df (vrijheidsgraden) en
noemer df.
y =
DISTR
9:
Üpdf(
FRAC Answers Geeft antwoorden indien mogelijk als breuken weer.
z
Answers: FRAC
waarde
4Frac
Geeft een reëel of complex getal, uitdrukking, lijst of matrix
weer als een vereenvoudigde breuk.
MATH
1:
4Frac
Functie of instructie/
argumenten
Resultaat
Toets of
toetsen/menu of
scherm/optie