Operation Manual
Hoofdstuk 17: Activiteiten 336
• U kunt de grafiek van de functies nogmaals tekenen door de functies uit te schakelen en ze
weer in te schakelen op de Y= editor of door de commando's FuncOFF en FuncON op het
hoofdscherm te gebruiken.
De oppervlakte tussen twee krommen berekenen
Probleemstelling
Bereken de oppervlakte die wordt begrensd door:
Procedure
1. Druk op z. Kies de standaardinstellingen.
2. Druk p. Stel de venstervariabelen als volgt in:
3. Druk op o. Zet alle functies en statistische plots uit. Voer de functies voor de boven- en
ondergrens in:
Y1=300Xà(X
2
+625)
Y2=3cos(.1X)
4. Druk op y / 5 om de optie 5:intersect te kiezen. De grafiek wordt afgebeeld. Selecteer
een eerste kromme, een tweede kromme en geef een schatting voor het snijpunt aan de
linkerzijde van het scherm. De oplossing wordt getoond en de X-waarde op het snijpunt, dat
de ondergrens van de integraal voorstelt, wordt opgeslagen in
Ans en X.
5. Druk op y 5 om terug te keren naar het basisscherm. Druk op y < 7 en kies de
optie
Shade( (arceren) om de oppervlakte in de grafiek te zien.
Shade(Y2,Y1,Ans,75)
6. Druk op y 5 om terug te keren naar het basisscherm. Voer de uitdrukking in om de
integraal van de gearceerde oppervlakte te berekenen.
fnInt(Y1NY2,X,Ans,75)
De oppervlakte bedraagt: 325.839962.
f(x)
g(x)
x
=
=
=
300x/(x
2
+ 625)
3cos(.1x)
75
Xmin=0
Xmax=100
Xscl=10
Ymin=
L5
Ymax=10
Yscl=1
Xres=1