Operation Manual
Hoofdstuk 1: Bediening van de TI-84 Plus Silver Edition 24
Variabelen archiveren
U kunt gegevens, programma’s of andere variabelen archiveren in een gedeelte van het
geheugen dat het gegevensarchief van de gebruiker wordt genoemd. Hier kunnen de variabelen
niet per ongeluk bewerkt of gewist worden. In het archief opgeslagen variabelen zijn te herkennen
aan een sterretje (ä) links van de variabelenaam. Gearchiveerde variabelen kunnen niet bewerkt
of uitgevoerd worden. Het is alleen mogelijk ze te bekijken of ze uit het archief te halen.
Indien u
bijvoorbeeld lijst L1 archiveert, zult u zien dat L1 in het geheugen aanwezig is, maar indien u de
lijst selecteert en de naam L1 in het basisscherm plakt, zal het niet mogelijk zijn de inhoud ervan te
zien of de lijst te bewerken; hiervoor moet u hem eerst uit het archief te halen.
Waarden in variabelen oproepen
Met behulp van de instructie Recall (RCL)
Als u de inhoud van een variabele wilt oproepen en op de cursorpositie wilt invoegen, gaat u als
volgt te werk. (Als u de instructie
RCL niet meer wilt gebruiken, drukt u op ‘.)
1. Druk op y K. Op de onderste regel van het scherm verschijnen RCL en de
bewerkingscursor.
2. Voer de naam van de variabele op één van de volgende vijf manieren in.
• druk op ƒ gevolgd door de eerste letter van de variabele;
• druk op y 9 en kies vervolgens de naam van de lijst (of druk y ãLnä en de toets voor
het nummer voor de lijstvariabele
L1 - L6);
• druk op y >, en kies vervolgens de naam van de matrix;
• druk op om het menu VARS weer te geven of ~ als u het menu VARS Y-VARS
wilt weergeven; kies dan het type variabele en vervolgens de naam van de variabele of de
functie;
• druk op t a om het snelmenu YVAR weer te geven en selecteer de naam van de
functie;
• druk op | en kies vervolgens de naam van het programma (dit kunt u alleen in het
programmascherm doen).
De naam van de variabele die u hebt gekozen wordt op de onderste regel weergegeven en de
cursor verdwijnt.
3. Druk op Í. De inhoud van de variabele wordt ingevoegd op de positie waar de cursor zich
bevond voor u aan deze procedure begon.