Operation Manual

Hoofdstuk 1: Bediening van de TI-84 Plus Silver Edition 23
Vanaf het basisscherm of vanuit een programma kunt u waarden voor matrices
(hoofdstuk 10), lijsten (hoofdstuk 11), strings (hoofdstuk 15), systeemvariabelen zoals
Xmax
(hoofdstuk 1),
TblStart (Chapter 7) en alle Y= functies (hoofdstuk 3, 4, 5 en 6) opslaan.
Vanuit een editor kunt u waarden voor matrices, lijsten en
Y= functies opslaan (hoofdstuk 3).
Vanuit het basisscherm, een programma of een editor kunt u een waarde voor een
matrixelement of een lijstelement opslaan.
U kunt de instructies in het menu DRAW STO gebruiken om tekeningen en
gegevensbestanden van grafieken op te slaan en op te roepen (zie hoofdstuk 8).
Hoewel de meeste variabelen gearchiveerd kunnen worden, kunnen systeemvariabelen, met
inbegrip van r, T, X, Y en q niet gearchiveerd worden (hoofdstuk 18)
Apps zijn onafhankelijke toepassingen die zijn opgeslagen in Flash ROM. AppVars is een
opbergplaats voor variabelen, die gebruikt wordt voor het opslaan van variabelen die
gecreëerd zijn door onafhankelijke toepassingen. Het is niet mogelijk variabelen te bewerken
of te wijzigen in
AppVars tenzij u dit doet via de toepassing waarmee ze gecreëerd werden.
Waarden in variabelen opslaan
Waarden in een variabele opslaan
De waarden in variabelen worden opgeslagen in het geheugen en opgeroepen aan de hand van
de namen van de variabele. Wanneer een uitdrukking wordt berekend waarin de naam van een
variabele voorkomt, dan zal de waarde worden gebruikt, die op dat ogenblik in de variabele werd
opgeslagen.
Als u in het basisscherm of vanuit een programma een waarde in een variabele wilt opslaan met
behulp van de toets ¿, begint u op een lege regel en gaat u als volgt te werk.
1. Voer de waarde in die u wilt opslaan. Dit kan ook een uitdrukking zijn.
2. Druk ¿. Op de positie van de cursor verschijnt !.
3. Druk ƒ en vervolgens op de letter van de variabele waarin u deze waarde wilt opslaan.
4. Druk Í. Als u een uitdrukking hebt ingevoerd, wordt deze eerst uitgewerkt. De waarde
wordt vervolgens in de variabele opgeslagen.
De waarde van de variabele weergeven
Wanneer u de waarde van een variabele op het scherm wilt weergeven, voert u in het
basisscherm op een lege regel de naam van de variabele in en drukt u op Í.