Operation Manual
Hoofdstuk 15: CATALOG, Hyperbolisch en Tekenreeks-functies 285
Samenvoegen
Als u twee of meer tekenreeksen wilt samenvoegen, gaat u als volgt te werk.
1. Voer tekenreeks1 in, hetzij een tekenreeks op zich, hetzij de naam van een tekenreeksvariabele.
2. Druk Ã.
3. Voer tekenreeks2 in, hetzij een tekenreeks op zich, hetzij de naam van een tekenreeksvariabele.
Druk, indien nodig,
à en voer verder tekenreeks3, enz. in.
tekenreeks1+tekenreeks2+tekenreeks3. . .
4. Druk Í om de verscheidene tekenreeksen nu als één enkele tekenreeks op het scherm
weer te geven.
Een tekenreeks-functie in de Catalog kiezen
Om een functie of instructie te selecteren die met reeksen tekens werkt, en die naar het huidige
scherm te kopiëren, dient u de stappen voor het selecteren van een element uit de
CATALOG te
volgen.
Equ4String(
Equ4String( converteert een vergelijking in een string. De vergelijking moet worden opgeslagen in
een VARS Y-VARS-variabele.
Yn bevat de vergelijking. Strn (van Str1 tot en met Str9, of Str0) is de
stringvariabele waarin u wilt dat de vergelijking wordt opgeslagen.
Equ4String(Yn,Strn)
length(
Geeft de lengte van de tekenreeks (aantal tekens) als
resultaat.
...
String4Equ(
Zet een tekenreeks om in een vergelijking.
sub(
Geeft een gedeelte van een tekenreeks in de vorm van een
nieuwe tekenreeks als resultaat.
...
CATALOG