Operation Manual

Hoofdstuk 15: CATALOG, Hyperbolisch en Tekenreeks-functies 282
3. Druk Í om het item in het actuele scherm in te voegen.
Opmerking:
Als u in de menu CATALOG van het eerste item wilt overschakelen naar het laatste, drukt u }.
Om van het laatste item over te schakelen naar het eerste, moet u
indrukken.
Als uw TI-84 Plus in de MathPrint™-modus staat, plakken veel functies de MathPrint™-
template op het hoofdscherm. Bijvoorbeeld:
abs( plakt de absolute waarde-template op het
hoofdscherm in plaats van
abs(.
Tekenreeksen invoeren en gebruiken
Wat is een tekenreeks?
Een tekenreeks is een opeenvolging van tekens tussen aanhalingstekens. De twee voornaamste
toepassingen van tekenreeksen op de TI-84 Plus zijn:
als definitie voor de tekst die in de loop van een programma op het scherm moet worden
weergegeven;
als de invoer die tijdens het programma op het toetsenbord wordt ingegeven.
Tekens zijn de basiselementen die u achter elkaar plaatst om een tekenreeks te vormen.
Elk cijfer, elke letter en elke spatie telt als één teken.
Elke instructie of functienaam, zoals
sin( of cos(, telt als één teken; de TI-84 Plus interpreteert
elke instructie of functienaam als één teken.
Een tekenreeks invoeren
Als u een tekenreeks in een lege regel in het basisscherm of in een programma wilt invoeren,
moet u als volgt te werk gaan.
1. Druk ƒ [ã] om het begin van de tekenreeks aan te geven.
2. Voer de tekens van de tekenreeks in.
U kunt hiervoor elke combinatie van cijfers, letters, functienamen of instructienamen
gebruiken.
Als u een spatie wilt invoeren, drukt u ƒ O.
Als u een aantal alfabetische tekens na elkaar wilt invoeren, kunt u y 7 indrukken
om de alpha-lock te activeren (vergrendelen van de alfabetische toetsen).
MathPrint™
Classic