Operation Manual

Hoofdstuk 12: Statistieken 224
moet in dit geval waar zijn. Een waarde die op de rand van een staaf valt, wordt in de volgende
staaf (rechts ervan) opgenomen.
ModBoxplot
ModBoxplot (*) (aangepast staafdiagram) plot één-dimensionale gegevens, net zoals het
gewone staafdiagram, met uitzondering van de gegevenspunten die zich 1.5 Inner Quartile
Range buiten de kwartielen bevinden. (De Inner Quartile Range is het verschil tussen het derde
kwartiel
Q3 en het eerste kwartiel Q1.) Deze punten worden afzonderlijk buiten de spriet geplot,
met behulp van het markeringssymbool
Mark ( of + of ¦) dat u eerder hebt gekozen. U kunt deze
punten, die we buitenstaanders noemen, volgen.
De aanwijzer voor de buitenstaanders is
x=, tenzij de buitenstaander het maximumpunt (maxX) of
het minimumpunt (
minX) is. Wanneer er buitenstaanders zijn, verschijnt de aanwijzer x= voor het
uiteinde van elke spriet. Wanneer er geen buitenstaanders zijn, vormen
minX en maxX de
aanwijzers voor de uiteinden van elke spriet. De staaf zelf wordt bepaald door de waarden in
Q1,
Med (mediaan) en Q3.
Staafdiagrammen worden geplot in functie van de waarden van
Xmin en Xmax, terwijl er geen
rekening wordt gehouden met
Ymin en Ymax. Wanneer er twee staafdiagrammen worden geplot,
verschijnt het eerste bovenaan en het tweede in het midden van het scherm. Zijn er drie
diagrammen, dan wordt het eerste bovenaan, het tweede in het midden en het derde onderaan
afgebeeld.
Boxplot
Boxplot (+) (gewone staafdiagram) plot één-dimensionale gegevens. De sprieten in het diagram
lopen van het minimumgegevenspunt in de reeks (
minX) tot het eerste kwartiel (Q1) en van het
derde kwartiel (
Q3) tot het maximumgegevenspunt (maxX). De staaf zelf wordt bepaald door Q1,
Med (mediaan) en Q3.
Staafdiagrammen worden geplot in functie van de waarden van
Xmin en Xmax, terwijl er geen
rekening wordt gehouden met
Ymin en Ymax. Wanneer er twee staafdiagrammen worden geplot,
verschijnt het eerste bovenaan en het tweede in het midden van het scherm. Zijn er drie