Operation Manual

Hoofdstuk 1: Bediening van de TI-84 Plus Silver Edition 14
Functies
Een functie geeft een waarde terug. Bijvoorbeeld,
÷, L, +, (, en log( zijn de functies uit het voorbeeld
op de vorige bladzijde. Meestal beginnen de namen van functies op de TI-84 Plus met een kleine
letter. Voor de meeste functies moet u tenminste één argument opgeven, zoals wordt aangegeven
door open haakjes (
( ) onmiddellijk na de naam van de functie. Zo moet u bijvoorbeeld voor de
functie
sin( een argument invoeren: sin(waarde).
Opmerking: de Catalogus Help App bevat syntaxinformatie voor de meeste functies in de
catalogus.
Instructies
Met een instructie kunt u een actie starten.
ClrDraw is bijvoorbeeld een instructie waarmee u alle
objecten die op een grafiek werden getekend wist. In uitdrukkingen kunt u echter geen instructies
gebruiken. Meestal is de eerste letter van de naam van een instructie een hoofdletter. Voor
bepaalde instructies moet u meer dan één argument opgeven, zoals wordt aangegeven door een
open haakje (
( ) onmiddellijk na de naam van de instructie. Zo moet u bijvoorbeeld voor de
instructie
Circle( drie argumenten invoeren: Circle(X,Y,straal).
Een berekening onderbreken
Wanneer u een lopende berekening of het tekenen van een grafiek wilt onderbreken, drukt u op
É.
Wanneer u een berekening onderbreekt, verschijnt er een menu op het scherm.
Als u naar het basisscherm wilt terugkeren, kiest u
1:Quit.
Wanneer u naar de plaats van onderbreking wilt overschakelen, kiest u
2:Goto.
Wanneer u het tekenen van een grafiek onderbreekt, wordt er een gedeeltelijke grafiek
weergegeven.
Als u naar het basisscherm wilt terugkeren, drukt u op of op een willekeurige toets (niet
de grafiektoetsen).
Om het tekenen van de grafiek opnieuw te starten, drukt u op een grafiektoets of selecteert u
een grafiekinstructie.
De bewerkingstoetsen van de TI-84 Plus
Toets(en) Resultaat
~ of |
Verplaatst de cursor naar links of naar rechts binnen een uitdrukking.
Deze toetsen zijn repeterende toetsen.