Operation Manual

Hoofdstuk 12: Statistieken 194
De regressielijn lijkt te passen op het middengedeelte van de scatter plot. Een residu-plot kan
echter meer informatie geven over deze fit.
Merk op dat de eerste drie residuen negatief zijn. Ze komen overeen met de kortste
slingerlengten in
L1. De volgende vijf residuen zijn positief en drie van de laatste vier zijn negatief.
Deze laatsten komen overeen met de langere slingerlengten in
L1. Het plotten de residuen zal dit
patroon duidelijker tonen.
15. Druk op
1 om 1:Edit te selecteren. De stat
list editor wordt weergegeven.
Druk op ~ en } om de cursor naar
L3 te
verplaatsen.
Druk op y 6. Er wordt een naamloze kolom
weergegeven in kolom 3;
L3, L4, L5, en L6
verschuiven een kolom naar rechts. De prompt
Name= verschijnt op de invoerregel en alpha-lock
is ingeschakeld.
16. Druk op y 9 om het menu
LIST NAMES weer
te geven.
Druk indien nodig op om de cursor op de
lijstnaam
RESID te plaatsen.
17. Druk op Í om
RESID te selecteren te plakken
in
Name= prompt van de stat list editor.
18. Druk op Í.
RESID wordt in kolom 3 van de stat
list editor opgeslagen.
Druk herhaaldelijk op om de residuen te
onderzoeken.
19. Druk op y ,
2 om 2:Plot2 te selecteren in
het menu
STAT PLOTS. De stat plot editor wordt
weergegeven voor plot 2.