Operation Manual

Hoofdstuk 11: Lijsten 179
Een formule aan een lijst koppelen in het basisscherm of vanuit een programma
Als u een formule aan een lijstnaam wilt koppelen vanuit een lege regel in het basisscherm of
vanuit een programma, moet u als volgt te werk gaan.
1. Druk ƒ [ã], voer de formule in (deze moet een lijst als resultaat hebben) en druk
vervolgens nogmaals
ƒ [ã].
Opmerking: wanneer u meer dan één lijstnaam in een formule gebruikt, moet elke lijst dezelfde
dimensie (aantal elementen) hebben.
2. Druk ¿.
3. Voer de naam in van de lijst waaraan u de formule wilt koppelen.
•Druk y en vervolgens op de toets voor een TI-84 Plus -lijstnaam van L1 tot en met L6.
•Druk y 9 en kies in het menu LIST NAMES een gebruikerslijstnaam.
Als u een gebruikerslijstnaam rechtstreeks wilt invoeren, moet u eerst het Ù-symbool
invoeren.
4. Druk Í.
Opmerking: in het STAT LIST scherm verschijnt een formulevergrendelingssymbool naast elke
lijstnaam waaraan een formule werd gekoppeld. In hoofdstuk 12 vindt u een gedetailleerde
beschrijving van hoe u het
STAT LIST scherm kunt gebruiken om formules aan lijsten te koppelen,
gekoppelde formules te bewerken en formules die aan lijsten werden gekoppeld, kunt opheffen of
loskoppelen.
Een formule die aan een lijst werd gekoppeld, loskoppelen
U kunt een formule, die aan een lijst werd gekoppeld, op verschillende manieren loskoppelen
(wissen).
Bijvoorbeeld:
Voer in het basisscherm
" " !lijstnaam in.
Bewerk een element van een lijst waaraan een formule is gekoppeld.
Gebruik het stat list scherm (hoofdstuk 12).
Gebruik
ClrList of ClrAllList om een formule los te koppelen van een lijst (hoofdstuk 18).
Lijsten in uitdrukkingen gebruiken
U kunt op drie manieren lijsten gebruiken in uitdrukkingen. Wanneer u Í drukt, wordt de
uitdrukking voor elk element in de lijst berekend en wordt vervolgens de lijst op het scherm
weergegeven.