Operation Manual

Hoofdstuk 8: Tekenen met de DRAW-bewerkingen 144
Een tekening opslaan
Een tekening is een beeld van de actuele weergave op het scherm. U kunt maximum 10
tekeningen opslaan in de beeldvariabelen
Pic1 tot en met Pic9 of Pic0. U kunt dan bijvoorbeeld
later in het basisscherm of een programma het opgeslagen beeld boven op een weergegeven
grafiek plaatsen.
Een beeld bevat de getekende objecten, geplotte functies, assen en schaalverdelingen
(maatstreepjes) op de assen. In het beeld worden echter de labels van de assen, de aanduidingen
van de onder- en bovengrenzen, de aanwijzers of coördinaten van de cursor niet opgeslagen. Alle
objecten of informatie die achter deze items verborgen ligt, zullen wel in het opgeslagen beeld
worden behouden.
Als u een tekening wilt opslaan, moet u als volgt te werk gaan.
1. Kies in het menu DRAW STO de optie 1:StorePic. Op de huidige positie van de cursor wordt de
instructie
StorePic ingevoegd.
2. Voer het nummer (van 1 tot 9 of 0) in voor de beeldvariabele waarin u de tekening wilt opslaan.
Voorbeeld: als u de waarde
3 invoert, zal de TI-84 Plus de tekening opslaan in de
beeldvariabele
Pic3.
Opmerking: u kunt ook een variabele kiezen in het vervolgmenu PICTURE ( 4). De
variabele wordt dan na de instructie
StorePic ingevoegd.
3. Druk Í om de actuele grafiek weer te geven en de tekening op te slaan.
Tekeningen oproepen
Een tekening oproepen
Als u een tekening wilt oproepen, moet u als volgt te werk gaan.
1. Kies in het menu DRAW STO de optie 2:RecallPic. Op de huidige positie van de cursor wordt de
instructie
RecallPic ingevoegd.
2. Voer het nummer (van 1 tot 9 of 0) in voor de beeldvariabele waaruit u de tekening wilt
oproepen. Voorbeeld: als u de waarde
3 invoert, zal de TI-84 Plus de tekening oproepen die
werd opgeslagen in de beeldvariabele
Pic3.
Opmerking: u kunt ook een variabele kiezen in het vervolgmenu PICTURE ( 4). De
variabele wordt dan na de instructie
RecallPic ingevoegd.
4: RecallGDB
Roept een opgeslagen grafisch gegevensbestand op.