Operation Manual
Hoofdstuk 7: Tabellen 126
Definiëren van de afhankelijke variabelen
Afhankelijke variabelen definiëren in het Y= scherm
Voer in het Y= scherm de functies in waarmee u de afhankelijke variabelen wilt definiëren. In de
tabel worden alleen de functies weergegeven die u in het Y= scherm hebt gekozen. De actuele
grafische instelling wordt gebruikt. In Par mode moet u de beide componenten van elke
parametrische vergelijking opgeven (hoofdstuk 4).
Afhankelijke variabelen bewerken in het Table scherm
Wanneer u een geselecteerde Y= functie in het scherm voor de tabellen wilt bewerken, gaat u als
volgt te werk.
1. Druk y 0 om de tabel op te roepen en druk vervolgens ~ of | om de cursor te
verplaatsen naar een kolom met afhankelijke variabelen.
2. Druk } totdat de cursor zich op de functienaam bovenaan in de kolom bevindt. De functie
wordt op de onderste regel weergegeven.
3. Druk nu Í. De cursor verschijnt nu in de onderste regel. U kunt nu de functie bewerken.
4. Druk Í of †. De nieuwe waarden worden vervolgens berekend en de tabel en de Y=
functie worden automatisch bijgewerkt.
Opmerking: deze mogelijkheid laat u ook toe de functie te bekijken die bepalend is voor een
afhankelijke variabele zonder dat u de tabel moet verlaten.