Operation Manual
Hoofdstuk 6: De grafiek van getallenrijen plotten 112
• de laatste naam van de functie voor getallenrijen of de voorlaatste functienaam die in een
andere functie voor getallenrijen de laatste functienaam voorafgaat, bijvoorbeeld
u(nN1) en
u(nN2) wanneer hiernaar wordt verwezen in v(n).
Opmerking: de beschrijving in dit hoofdstuk over de functienaam u(n) is eveneens van toepassing
op
v(n) en w(n); wat geldt voor u(nN1 zal eveneens van toepassing zijn op v(nN1) en w(nN1); wat
geldt voor
u(nN2) is overeenkomstig ook van toepassing op v(nN2) en w(nN2).
Het Y= scherm voor getallenrijen oproepen
Nadat u de Seq-modus hebt gekozen, drukt u o om het Y= scherm voor de getallenrijen op te
roepen.
In dit scherm kunt u de getallenrijen voor
u(n), v(n) en w(nn) weergeven en invoeren. Hierin kunt u
eveneens de waarde voor
nMin wijzigen. nMin is de venstervariabele voor getallenrijen die bepaalt
welke minimumwaarde
n zal hebben wanneer deze wordt berekend.
In het Y= scherm voor getallenrijen verschijnt de waarde van
nMin omdat deze van belang is voor
het invullen van
u(nMin), v(nMin) en w(nMin), de overeenkomstige beginwaarden voor de
vergelijkingen van de getallenrijen
u(n), v(n) en w(n).
nMin heeft in het Y= scherm dezelfde waarde als nMin in het vensterscherm. Wanneer u een
nieuwe waarde voor
nMin opgeeft in het ene scherm, wordt deze nieuwe waarde automatisch in de
beide schermen in
nMin opgeslagen.
Opmerking: gebruik de variabelen u(nMin), v(nMin) of w(nMin) alleen voor een recursieve
getallenrij waarvoor een beginwaarde is vereist.
Een grafiekstijl kiezen
De pictogrammen links van
u(n), v(n) en w(n) geven de grafiekstijl voor elke getallenrij weer (zie
hoofdstuk 3). De standaardinstelling in de Seq-modus is í (beeldpunten), waarbij discrete
waarden worden weergegeven. Voor de grafiek van een functie voor getallenrijen kunt u een
grafiekstijl kiezen uit de volgende beschikbare opties: beeldpunten, ç (lijn) en è (dik).
Functies voor getallenrijen selecteren en deselecteren
De TI-84 Plus zal alleen de grafieken plotten voor de functies voor getallenrijen die werden
geselecteerd. In het Y= scherm staat een functie voor getallenrijen geselecteerd als het
=-teken
van zowel
u(n)= als u(nMin)= gemarkeerd staat.
Als u de selectiestatus van een functie voor getallenrijen wilt wijzigen, moet u de cursor
verplaatsen tot op het
=-teken van de functienaam en vervolgens Í drukken. Automatisch