Operation Manual
Hoofdstuk 5: Grafieken in poolcoördinaten pltten 109
Als u de cursor vijf punten verder in de functie wilt plaatsen, drukt u y | of y ~. Zelfs indien u
de cursor verder dan de boven- of ondergrens van het scherm verplaatst, worden de
overeenkomstige waarden van de coördinaten onderaan het scherm weergegeven.
Quick Zoom is mogelijk in de grafiekmodus Pol; u kunt het venster echter niet naar links of rechts
verschuiven (zie hoofdstuk 3).
De volgcursor op een geldige q-waarde plaatsen
Wanneer u de volgcursor wilt verplaatsen naar een geldige q-waarde in de actuele functie, moet u
het getal invoeren. Als u het eerste cijfer invoert, verschijnt een q
= aanwijzer gevolgd door de cijfers
die u hebt ingevoerd links onderaan het scherm. U kunt ook een uitdrukking na de q
= aanwijzer
invoeren. De waarde die u invoert moet wel een geldige waarde zijn voor het actuele uitleesvenster.
Daarna moet u Í drukken om de cursor te verplaatsen.
ZOOM
De
ZOOM functies werken in de grafiekmodus Pol precies op dezelfde manier als in de
grafiekmodus Func. Alleen de X-venstervariabelen (
Xmin, Xmax en Xscl) en Y-venstervariabelen
(
Ymin, Ymax en Yscl) zullen worden aangepast.
De q-venstervariabelen (q
min, qmax en qstep) worden alleen bijgewerkt indien u de modus
ZStandard hebt gekozen. Met de opties 4:Zqmin, 5:Zqmax, en 6:Zqstep in het vervolgmenu ZT/Zq
van het menu
VARS ZOOM kunt u de ZOOM MEMORY-variabelen voor de grafiekmodus Pol
definiëren.
CALC
De
CALC functies werken in de grafiekmodus Pol precies op dezelfde manier als in de
grafiekmodus Func. De opties die u in de grafiekmodus
Pol in het menu CALCULATE kunt kiezen,
zijn:
1:value, 2:dy/dx, en 3:dr/dq.