Operation Manual
Hoofdstuk 5: Grafieken in poolcoördinaten pltten 107
Vergelijkingen in pool-coördinaten selecteren en deselecteren
De TI-84 Plus zal alleen de grafieken plotten voor de vergelijkingen in poolcoördinaten die werden
geselecteerd. In het Y= scherm staat een vergelijking in poolcoördinaten geselecteerd als het
=-
teken gemarkeerd is. U kunt alle of één van de vergelijkingen in poolcoördinaten selecteren.
Als u de selectiestatus wilt wijzigen, moet u de cursor verplaatsen tot op het =-teken en vervolgens
drukken op Í.
De venster-variabelen instellen
Wanneer u de waarden van de venstervariabelen wilt bekijken, moet u p drukken. Aan de
hand van deze variabelen wordt het uitleesvenster gedefinieerd. De onderstaande waarden zijn de
standaardinstellingen voor de grafiekmodus Par in de hoekmodus Radian.
Opmerking: om ervoor te zorgen dat een voldoende aantal punten in de grafiek zou worden geplot,
is het mogelijk dat u de venstervariabelen voor
q moet aanpassen.
De opmaak van de grafiek instellen
Wanneer u de actuele instellingen voor de grafiekopmaak wilt oproepen, moet u y .
drukken. In hoofdstuk 3 vindt u een gedetailleerde beschrijving van de opmaakinstellingen. De
andere grafiekmodi zullen deze opmaakinstellingen gebruiken.
Een grafiek tonen
Wanneer u s drukt, zal de TI-84 Plus de grafiek van de geselecteerde vergelijkingen in
poolcoördinaten plotten. Daarbij wordt R voor elke waarde van q (van q
min tot qmax met
tussenstappen van q
step) berekend en wordt een grafiek geplot aan de hand van elk punt. De
venstervariabelen bepalen de weergave van het uitleesvenster.
Terwijl de grafiek wordt geplot, worden de waarden van X, Y, R en q bijgewerkt.
U kunt de Smart Graph functie ook voor grafieken in poolcoördinaten gebruiken .
qmin=0
De kleinste waarde van q die wordt berekend
qmax=6.2831853... De grootste waarde van q (2p) die wordt berekend
qstep=.1308996... De stapgrootte tussen twee q-waarden pà24)
Xmin=L10
De kleinste X-waarde die wordt getoond
Xmax=10
De grootste X-waarde die wordt getoond
Xscl=1
De stapgrootte van de merktekens op de X-as (schaal)
Ymin=L10
De kleinste Y-waarde die wordt getoond
Ymax=10
De grootste Y-waarde die wordt getoond
Yscl=1
De stapgrootte van de merktekens op de Y-as (schaal)