Operation Manual

Hoofdstuk 4: Grafieken van parametervergelijkingen 100
Grafieken van parametervergelijkingen definiëren en tonen
Overeen-komsten tussen de grafische modi van de TI-84 Plus
De methode om een grafiek te maken van parametervergelijkingen is nagenoeg dezelfde als deze
voor het definiëren van de grafiek van functies. In hoofdstuk 4 wordt ervan uitgegaan dat u
vertrouwd bent met de procedures beschreven in hoofdstuk 3: "De grafiek van functies". In
hoofdstuk 4 worden verder de verschillen ten opzichte van de grafieken van functies uitvoerig
beschreven.
De modus voor grafieken van parameter-vergelijkingen instellen
Druk z om het modusscherm op te roepen. Om de grafieken van parametervergelijkingen
weer te geven, moet u de grafiekmodus Par kiezen vooraleer u de venstervariabelen opgeeft en
de componenten van de parametervergelijkingen invoert.
Het Y= scherm voor parameter-vergelijkingen oproepen
Nadat u de grafiekmodus Par hebt gekozen, drukt u o om het Y= scherm voor
parametervergelijkingen op te roepen.
In dit scherm kunt u zowel de X- en Y-componenten van maximum zes vergelijkingen bekijken en
invoeren:
X1T en Y1T tot en met respectievelijk X6T en Y6T. Elk item in deze lijst wordt gedefinieerd
in functie van de onafhankelijke variabele T. Grafieken van parametervergelijkingen worden vaak
gebruikt om vergelijkingen die met de tijd veranderen grafisch weer te geven.
11. Druk op s. De curve vertoont tegelijkertijd de
baan van de bal en de verticale en horizontale
componentvectoren van de beweging.
Opmerking: Om te simuleren dat de bal door de
lucht vliegt, stelt u de grafische stijl in op
(animatie) voor
X1T en Y1T.
12. Druk op r voor numerieke resultaten en geef
antwoord op de vragen aan het begin van deze
paragraaf.
De tracering start bij
Tmin op de eerste
parametrische vergelijking (
X1T en Y1T). Als u op ~
drukt om de curve te traceren, volgt de cursor de
baan van de bal in tijd. De waarden voor
X
(afstand),
Y (hoogte) en T (tijd) worden onderaan in
het scherm weergegeven.