Operation Manual
Hoofdstuk 4: Grafieken van parametervergelijkingen 150
7. Druk op | | } Í om de grafische stijl te
wijzigen naar è voor
X3T en Y3T. Druk op } Í
Í om de grafische stijl te wijzigen naar ë voor
X2T en Y2T. Druk op } Í Í om de
grafische stijl te wijzigen naar ë voor
X1T en Y1T.
(Bij deze toetsaanslagen wordt ervan uitgegaan dat
alle grafische stijlen oorspronkelijk zijn ingesteld op
ç.)
8. Druk op p. Voer deze waarden in voor de
venstervariabelen.
Tmin=0 Xmin=L10 Ymin=L5
Tmax=5 Xmax=100 Ymax=15
Tstep=.1 Xscl=50 Yscl=10
9. Druk op y . † † † ~ Í om AxesOff in
te stellen, hetgeen tot gevolg heeft dat de assen
worden uitgeschakeld.
10. Druk op s. De curve vertoont tegelijkertijd de
baan van de bal en de verticale en horizontale
componentvectoren van de beweging.
Opmerking: Om te simuleren dat de bal door de
lucht vliegt, stelt u de grafische stijl in op “
(animatie) voor
X1T en Y1T.