Operation Manual
TI-83 PlusTabellen en referentie-informatie718
Functie of instructie/
argumentenResultaat
Toets of toetsen/
menu of
scherm/optie
ExprOff
Schakelt de weergave van de
uitdrukking uit tijdens de
TRACE
procedure.
†
y
.
ExprOff
ExprOn
Schakelt de weergave van de
uitdrukking in tijdens de
TRACE
procedure.
†
y
.
ExprOn
Ü
cdf(
onder
g
rens
,
boven
g
rens
,
teller
df
,
noemer df
)
Berekent de kansverdeling
Û
tussen
onder
g
rens
en
boven
g
rens
voor de
opgegeven
teller d
f
(vrijheidsgraden)
en
noemer df
.
y
=
DISTR
9:
Û
cdf(
Fill(
waarde
,
matrix
)
Slaat
waarde
op in elk element in
matrix
.
y
>
MATH
4:Fill(
Fill(
waarde
,
lijstnaam
)
Slaat
waarde
op in elk element in
lijstnaam
.
y
9
OPS
4:Fill(
Fix
# Stelt de vaste notatie voor decimale
cijfers in op # cijfers na het decimale
teken.
†
z
0123456789
(kies een cijfer)
Float
Stelt de decimale notatie met
drijvende komma in.
†
z
Float
fMax(
uitdrukkin
g
,
variabele
,
onder
g
rens
,
beneden
g
rens
[
,
nauwkeurigheid
]
)
Resulteert in de waarde van
variabele
waar de
uitdrukkin
g
,
tussen
onder
g
rens
en
boven
g
rens
,
met de opgegeven
nauwkeuri
g
heid
het maximum bereikt.
MATH
7:fMax(