Operation Manual

TI-83 Plus Programmeren 589
6. Toets de naam in die u heeft gekozen voor het the output-
programma.
Opmerking
: deze naam moet uniek zijn
N
het mag geen kopie van een
bestaande programmanaam zijn.
7. Druk op
¤
om de invoer te voltooien.
De volgorde van de argumenten dient als volgt te zijn:
AsmComp(
prgmASM1, prgmASM2
)
8. Druk op
Í
om uw programma te compileren en het output-
programma te genereren.