Operation Manual
TI-83 Plus Statistieken 358
17.Druk
Í
.
RESID
wordt in kolom
3
van het
STAT LIST
scherm ingevoegd.
Druk telkens
†
om de restwaarden te
analyseren.
Merk op dat de eerste drie restwaarden negatieve waarden zijn. Deze
stemmen namelijk overeen met de kleinste waarden voor de lengte van
de pendel, zoals die werden opgeslagen in
L1
. De volgende vijf
restwaarden zijn positieve waarden, terwijl drie van de laatste vier
getallen opnieuw negatieve waarden zijn. Deze laatste waarden geven
de grotere waarden voor de lengte van de pendel aan, zoals die werden
opgeslagen in
L1
. Als u de restwaarden in een grafiek plot, zal het
patroon veel duidelijker te zien zijn.
18.Druk
y
,
2
om in het menu
STAT PLOT
de optie
2:Plot2
te kiezen. Het
STAT PLOT
scherm
verschijnt nu voor plot 2.