Operation Manual
TI-83 Plus Matrices 300
Wiskundige functies voor matrices
gebruiken
Wiskundige functies voor matrices gebruiken
U kunt vele van de wiskundige functies op het toetsenbord van de
TI-83 Plus, uit het menu
MATH
en het menu
MATH NUM
voor matrices
gebruiken. U moet echter steeds rekening houden met de dimensies van
de matrix. De onderstaande functies geven steeds een nieuwe matrix als
resultaat; de oorspronkelijke matrix blijft ongewijzigd.
+ (optelling), – (aftrekking),
ä
(vermenig-vuldiging)
Wanneer u matrices wilt optellen (
Ã
) of aftrekken (
¹
), moeten de
matrices dezelfde dimensie hebben. Deze functies resulteren in een
matrix waarvan de elementen respectievelijk de som of het verschil
zullen zijn van de overeenkomstige individuele elementen.
matrixA
+
matrixB
matrixA
N
matrixB
Wanneer u twee matrices met elkaar wilt vermenigvuldigen (
¯
), moet de
kolomdimensie van
matrixA
overeenstemmen met de rijdimensie van
matrixB
.