Operation Manual

TI-83 Plus Matrices 290
2. Kies de matrix die u wilt definiëren. Het
MATRX EDIT
scherm verschijnt.
De dimensies van een matrix bevestigen of wijzigen
De dimensies van de matrix (
rijen
×
kolommen
) worden op de bovenste
regel getoond. De dimensies van een nieuwe matrix zijn steeds
1 × 1
.
Telkens u een matrix wilt bewerken, moet u de dimensies ervan
bevestigen of wijzigen. Als u een matrix selecteert om deze te definiëren,
zal de cursor de rijdimensie aangeven.
Als u de rijdimensie wilt bevestigen, moet u
Í
drukken.
Als u de rijdimensie wilt wijzigen, moet u het aantal rijen (maximum
99
) invoeren en vervolgens
Í
drukken.
De cursor verspringt nu naar de kolomdimensie, die u tevens moet
bevestigen of wijzigen op precies dezelfde wijze als voor de rijdimensie.
Nadat u
Í
hebt gedrukt, verspringt de rechthoekige cursor naar het
eerste element in de matrix.