Operation Manual
TI-83 Plus Grafieken in poolcoördinaten pltten 192
Een grafiek in poolcoördinaten onderzoeken
De vrij beweegbare cursor
U kunt deze cursor in de grafiekmodus
Pol
precies op dezelfde manier
gebruiken als in de grafiekmodus
Func
. Als u in de
RectGC
-opmaak de
cursor verplaatst, worden de waarden van
X
en
Y
bijgewerkt; indien de
CoordOn
-opmaak geselecteerd staat, worden de
X
- en
Y
-waarden
weergegeven. In de
PolarGC
-opmaak worden de variabelen
X
,
Y
,
R
en
q
bijgewerkt; indien de
CoordOn
-opmaak geselecteerd staat, worden de
R
-
en
q
-waarden weergegeven.
TRACE
Om de
TRACE
functie (volgen) te activeren, moet u
r
drukken.
Wanneer u de
TRACE
functie hebt geactiveerd, kunt u de volgcursor
telkens één
q
step
over de grafiek van de vergelijking verplaatsen.
Wanneer u de volgprocedure begint, zal de volgcursor zich ter hoogte van
de eerst geselecteerde functie op de positie
q
min
bevinden. Als de
ExprOn
functie werd geselecteerd, zal de functie worden getoond. In de
RectGC
-
opmaak kunt u met de
TRACE
functie de waarden van
X
,
Y.
En
q
bijwerken; indien de
CoordOn
-opmaak staat geselecteerd, worden de
variabelen
X
,
Y
en
q
weergegeven. In de
PolarGC
-opmaak kunt u met de
TRACE
functie de variabelen
X
,
Y
,
R
en
q
bijwerken; indien de
CoordOn
-
opmaak geselecteerd staat, worden
R
en
q
weergegeven.