Operation Manual
TI-83 Plus De grafiek van functiesInhoud van dit hoofdstuk 128
3. Kies de optie
1:FnOn
als u één of meer functies wilt inschakelen of
2:FnOff
om één of meer functies uit te schakelen. De instructie die u
hebt gekozen, zal op de huidige positie van de cursor worden
ingevoegd.
4. Voer het getal in (
1
tot en met
9
of
0
; typ dus niet de naam van de
variabele,
Y
n
) voor elke functie die u wilt in- of uitschakelen.
•
Wanneer u twee of meer getallen invoert, moet u deze van elkaar
scheiden door middel van komma's.
•
Als u alle functies tegelijk wilt in- of uitschakelen, voert u geen
getal in na de instructie
FnOn
of
FnOff
.
FnOn
[
functie#
,
functie#
,
. . .
,
functie n
]
FnOff
[
functie#
,
functie#
,
. . .
,
functie n
]
5. Druk
Í
. Wanneer de instructie wordt uitgevoerd, zal de status
van elke functie in de actuele modus worden ingesteld en verschijnt
de melding
Done
op het scherm.
Voorbeeld: in de modus
Func
zal de instructie
FnOff :FnOn 1,3
alle
functies in het
Y=
scherm uitschakelen en vervolgens de functies
Y1
en
Y3
inschakelen.