Operation Manual
TI-83 Plus De grafiek van functiesInhoud van dit hoofdstuk 122
Functies definiëren in het Y= scherm
Functies tonen in het Y= scherm
Om het
Y=
scherm op te roepen, drukt u
o
. U kunt maximum 10
functies opslaan in de functievariabelen (
Y1
tot en met
Y9
en
Y0
). U kunt
ook meer dan één gedefinieerde functie tegelijk in een grafiek
weergeven. In het volgende voorbeeld werden de functies
Y1
en
Y2
gedefinieerd en vervolgens geselecteerd.
Een functie definiëren of bewerken
Wanneer u een functie wilt definiëren of bewerken, moet u als volgt te
werk gaan.
1. Druk
o
om het
Y=
scherm op te roepen.
2. Druk
†
om de cursor te verplaatsen tot op de functie die u wilt
definiëren of bewerken. Als u een functie wilt verwijderen, drukt u
‘
.