Quick Start Guide

-3-
Geheugen
z
L
%h{
De TI
N
40 Collège
Ö
heeft 5 geheugenvariabelen—
A
,
B
,
C
,
D
,
en
E
. U kunt een werkelijk getal of een uitdrukking die een
werkelijk getal als uitkomst heeft opslaan als geheugen-
variabele.
¦ z
geeft toegang tot het variabelenmenu.
¦ L
laat u de waarden opslaan als variabelen.
¦ %
h
roept de waarden van de variabelen weer op.
¦ %
{
wist alle waarden van de variabelen.
Notatie
%‚
C
%
geeft het menu van de
Decimale notatie
modus
weer. Deze modi zijn
uitsluitend
van invloed op de weergave
van de resultaten.
F
(default) gaat terug naar de standaard
notatie (drijvend-decimaalteken) formaat.
0123456789
stelt het
aantal plaatsen na de komma in op
n
(0–9), waarbij het formaat
van de numerieke notatiemodus wordt gehandhaafd.
C
voert een waarde in in de
Wetenschappelijke notatie
,
ongeacht de numerieke notatiemodus. Druk op
M
voordat u
een negatieve exponent invoert.
Statistische functies
%tw
v
u
Statistieken met
1-VAR
analyseren gegevens van 1 gegeven-
sverzameling met 1 gemeten variabele,
x
.
2-VAR
statistieken
analyseren gegevensparen van 2 gegevensverzamelingen met
2 gemeten variabelen —
x
, de onafhankelijke variabele en
y
, de
afhankelijke variabele. Er kunnen maximaal 42
gegevensverzamelingen worden ingevoerd.
Stappen voor het definiëren van statistische gegevenspunten:
1. Druk op
%
t
. Selecteer
1-VAR
of
2-VAR
. De
aanduiding
STAT
wordt weergegeven.
2. Druk op
v
.
3. Voer een waarde in voor
X
1
.
<
werkt deze uit en
geeft de waarde weer.
4. Druk op
$
.
¦
Voer in de statistische modus
1-VAR
, de frequentie
waarmee het gegevenspunt voorkomt in (
FRQ
).
FRQ
default=1. Als
FRQ=0
, wordt de gegevenspunt genegeerd.
¦
Voer in de statistische modus
2-VAR
de waarde in voor
Y
1
en druk op
<
.
5. Herhaal stap 3 en 4 totdat alle gegevenspunten zijn
ingevoerd. U moet op
<
of
$
drukken om het laatste
gegevenspunt of de als laatste ingevoerde
FRQ
-waarde op
te slaan. Als u gegevenspunten toevoegt of wist, ordent
TI
N
40 Collège
Ö
de lijst automatisch opnieuw.
6. Wanneer alle punten en frequenties zijn ingevoerd:
¦
Druk op
u
om het variabelenmenu te laten
weergeven (zie de tabel voor definities) en hun huidige
waarden, of
¦
Druk op
-
om terug te keren naar het lege
STAT
scherm. U kunt berekeningen maken met gegevens-
variabelen (
Ï
,
Ð
, etc.). Selecteer een variabele uit het
u
menu en druk op
<
om de berekening uit te
werken.
7. Wanneer dat gedaan is:
¦
Druk op
%
t
en selecteer
CLRDATA
om alle
gegevenspunten te wissen
zonder
de
STAT
modus te
verlaten, of
¦
Druk op
%
w
<
om alle gegevenspunten,
variabelen en
FRQ
-waarden te wissen en de
STAT
-modus
te verlaten (de aanduiding
STAT
verdwijnt).
Variabelen Definitie
n
Aantal
X
of (
X,Y
)
gegevenspunten.
Ï
of
Ð
Gemiddelde van alle
X
of
Y
waarden.
Sx
of
Sy
Steekproef standaardafwijking van
X
of
Y
.
Î
x
of
Î
y
Bevolking standaardafwijking van
X
of
Y
.
Ò
x
of
Ò
y
Som van alle
X
of
Y
waarden.
Ò
x
2
of
Ò
y
2
Som van alle
X
2
of
Y
2
waarden.
Ò
xy
Som van (
X
Y
)
voor alle
XY
paren.
a
Lineaire regressiehelling.
b
Lineaire regressie snijding met de
Y
-as.
r
Correlatiecoëfficiënt.
X
¢
(
2-VAR
)
Gebruikt
a
en
b
om de voorspelde
X
waarde
te berekenen wanneer er een
Y
waarde
wordt ingevoerd.
Y
¢
(
2-VAR
)
Gebruikt
a
en
b
om de voorspelde
Y
waarde
te berekenen wanneer u een
X
waarde
invoert.
Kansberekening
H
nPr
Berekent het aantal mo
g
elijke
permutaties
op
n
g
e
g
evens,
r
per keer,
g
e
g
even
n
en
r
. De
vol
g
orde van de objecten is belan
g
rijk, zoals in
een wedloop.
nCr
Berekent het aantal mo
g
elijke
combinaties
van
n
g
e
g
evens,
r
per keer,
g
e
g
even
n
en
r
. De vol
g
ord
e
van de objecten is onbelan
g
rijk, zoals in een spel
kaarten.
!
Een
faculteit
is het product van de positieve
g
ehele
g
etallen van 1 tot en met
n
.
n
moet een
positief geheel getal zijn
69.
RAND
Genereert een willekeuri
g
werkeli
j
k
g
etal tussen 0
en 1. Sla om een reeks willekeuri
g
e
g
etallen te
controleren, een
g
eheel
g
etal
(
"seed"-waarde
)
op
0 to
rand
. De "seed"-waarde verandert op
willekeuri
g
e wi
j
ze telkens wanneer er een
willekeurig getal wordt gegenereerd.
RAND
[
RAND
[
g
enereert een willekeuri
g
g
eheel
g
etal
tussen twee
g
ehele
g
etallen,
A
en
B,
waarbij
A
{
RAND
[
{
B
. Scheid de 2
g
ehele
g
etallen met
een komma.
Fouten
ARGUMENT
— Een functie heeft niet het juiste aantal
argumenten.
DIVIDE BY 0
¦
U heeft geprobeerd te delen door 0.
¦
In de statistiek, n=1.
DOMAIN
— U heeft een argument gespecificeerd voor een
functie buiten het geldige bereik. Bijvoorbeeld:
¦
Voor
x
:
x
= 0 of
y
< 0 en
x
niet een oneven geheel getal.
¦
Voor
y
x
:
y
en
x
= 0;
y
< 0 en
x
niet een geheel getal.
¦
Voor
x
:
x
< 0.
¦
Voor
LOG
of
LN
:
x
0.
¦
Voor
TAN
:
x
= 90
¡
, -90
¡
, 270
¡
, -270
¡
, 450
¡
, etc.
¦
Voor
SIN
-
1
of
COS
-
1
: |
x
| > 1.
¦
Voor
nCr
of
nPr
:
n
of
r
zijn geen gehele getallen
0.
¦
Voor
x
!
:
x
is geen geheel getal tussen 0 en 69.
EQU LENGTH ERROR
— Een invoer is langer dan het beschikbare
aantal plaatsen (88 voor de invoerregel en 47 voor de
invoerregels Stat of Constant); als bijvoorbeeld een invoer
gecombineerd wordt met een constante die de grens
overschrijdt.
FRACMODE
— U drukt op
}
terwijl
Fracmode
=
Auto
.
FRQ DOMAIN
FRQ
waarde (in statistieken met
1-VAR
) < 0 of
geen geheel getal.
OP
— U drukt op
m
of
o
terwijl er geen constanten zijn
gedefinieerd of terwijl de modus
STAT
actief is.
OVERFLOW
— |
q
|
1
¯
10, waarbij
q
een hoek is in een
goniometrische, hyperbolische of
R
4
Pr(
functie.
STAT
¦
Wanneer u op
u
drukt zonder gedefinieerde
gegevenspunten.
¦
Wanneer de
STAT
-modus niet actief is, door te drukken op
v
,
u
, of
%
w
.