Operation Manual

32
Geheugen en opgeslagen variabelen
z L %h %{
De TI-34 MultiView™-rekenmachine heeft 7
geheugenvariabelen: x, y, z, t, a, b en c. U kunt in een
geheugenvariabele een reëel getal opslaan of een uitdrukking
die als uitkomst een reëel getal heeft.
Met L kunt u waarden in variabelen opslaan. Druk op
L om een variabele op te slaan en druk op z om de
variabele te selecteren die u wilt opslaan. Druk op < om
de waarde in de geselecteerde variabele op te slaan. Als
deze variabele al een waarde heeft, wordt die waarde
vervangen door de nieuwe waarde.
Met z krijgt u toegang tot de variabelen. Druk meerdere
keren op deze toets om x, y, z, t, a, b, of c te kiezen. U kunt
z gebruiken om de opgeslagen waarden voor deze
variabelen terug te halen. De naam van de variabele wordt in
de huidige invoer ingevoegd, maar de waarde die aan de
variabele is toegekend wordt gebruikt om de uitdrukking uit te
werken.
%h haalt de waarden van variabelen terug. Druk op
%h om een menu weer te geven van variabelen en
hun opgeslagen waarden. Selecteer de variabele die u wilt
terughalen en druk op <. De waarde die aan de variabele
is toegewezen, wordt in de huidige invoer ingevoegd en wordt
gebruikt om de uitdrukking te evalueren.
%{ wist alle waarden van variabelen. Druk op
%{ en selecteer 1: Yes om alle waarden van
variabelen te wissen.
Voorbeelden
Clear Var %{ 1
Store 15 L z