Operation Manual
29
Logaritmen en exponentiële functies
%A
%A geeft twee submenu's weer met de functies log,
10^, ln en e^. Selecteer het submenu, de gewenste log-
functie, voer vervolgens de waarde in en sluit de uitdrukking
af door E <.
• log geeft de logaritme van een getal (grondtal 10).
• 10^ verheft 10 tot de opgegeven macht.
• ln geeft van een getal de logaritme met het grondtal e
(e 2,718281828459).
• e^ verheft e tot de opgegeven macht .
Voorbeelden
Opgeslagen
bewerkingen (op)
m o %n %p
De TI-34 MultiView™-rekenmachine slaat twee bewerkingen
op, op1 en op2. U slaat een bewerking op in op1 of op2 en
haalt deze terug als volgt:
1. Druk op %n of %p. U moet mogelijk op
- drukken als er nog een vorige bewerking wordt
weergegeven.
LOG %A 1
1 E <
10^ %A 2 %A 1
2 E <
%A 1 %A 2
5 " E <
LN %A " 1
5 E V 2 <
e^ %A " 2
8 5 <
≈