Operation Manual
Werkblad Statistiek 77
1. Om het gedeelte voor gegevensinvoer van het werkblad Statistiek te
selecteren drukt u op & j.
X01 wordt samen met een eventuele
eerdere waarde weergegeven.
2. Om het werkblad te wissen drukt u op & z.
3. Toets een waarde in voor
X01 en druk op !.
• Bij gegevens met één variabele is X01 het eerste gegevenspunt.
• Bij gegevens met twee variabelen is X01 de eerste X-waarde.
4. Om de
Y01-variabele weer te geven drukt u op #.
5. Toets een waarde in voor Y01 en druk op !.
• Bij gegevens met één variabele kunt u het aantal keren dat de
X-waarde voorkomt invoeren (frequentie).
De standaardwaarde is 1.
• Bij gegevens met twee variabelen voert u de eerste
Y-waarde in.
6. Om de volgende X-variabele weer te geven drukt u op #.
7. Herhaal de stappen 3 tot en met 5 tot u alle gegevenspunten hebt
ingevoerd.
Opmerking: Om gemakkelijk door een reeks variabelen te bladeren
houdt u # of " ingedrukt.
Statistische resultaten berekenen
Een statistische berekeningsmethode selecteren
1. Druk op & k om het gedeelte voor statistische berekeningen
van het werkblad Statistiek te selecteren.
2. De laatst geselecteerde statistische berekeningsmethode wordt
weergegeven (
LIN, Ln, EXP, PWR of 1-V).
3. Druk meerdere malen op & V tot de statistische
berekeningsmethode van uw keuze wordt weergegeven.
4. Als u gegevens met één variabele analyseert, selecteert u
1-V.
5. Druk op # om te beginnen met het berekenen van resultaten.
Resultaten berekenen
Om resultaten te berekenen op basis van de huidige gegevens, drukt u
meerdere malen op # nadat u de statistische berekeningsmethode hebt
geselecteerd.
De rekenmachine berekent en toont automatisch de resultaten van de
statistische berekeningen (behalve bij
X' en Y') wanneer u ze opent.