Operation Manual
Werkblad Obligaties 61
• Om alle rekenmachinevariabelen en -instellingen te resetten naar de
standaardwaarden, inclusief alle variabelen van het werkblad
Obligaties, drukt u op &}!.
Datums invoeren
• Gebruik de volgende conventie om datums in te toetsen: mm.ddyy
of dd.mmyy. Nadat u de datum heeft ingetoetst, drukt u op !.
Opmerking: U kunt datums in Amerikaanse of Europese opmaak
weergeven. (Zie “Rekenmachineformats instellen” op pagina 5.)
• U kunt datums van 1 januari 1950 tot 31 december 2049 invoeren.
• De rekenmachine neemt aan dat de aflossingsdatum (RDT)
samenvalt met een coupondatum:
Om de waarde op het eind van de looptijd te berekenen voert u
de einddatum voor RDT in.
Om de waarde bij opvraag te berekenen voert u de
opvraagdatum voor RDT in.
CPN invoeren
CPN is de jaarlijkse couponwaarde als een percentage van de nominale
waarde van de obligatie, in plaats van het bedrag in euro's van de
couponbetaling.
RV invoeren
De aflossingswaarde (RV) is een percentage van de nominale waarde van
de obligatie:
• Voor een analyse op het eind van de looptijd voert u 100 voor
RV in.
• Voor een analyse bij opvraag voert u de opvraagprijs voor RV in.
De dagtelmethode instellen
1. Om de dagtelmethode weer te geven drukt u op # tot ACT of 360
verschijnt.
2. Om de dagtelmethode te veranderen drukt u op & V.
RV
100
PRI 0
DUR
met de
BA II PLUS™
PROFESSIONAL
0
AI 0
Variabele Standaardwaarde Variabele Standaard
waarde