User Manual
6 Product gebruiken
31
3. Bij selectie van min.-waarde, temperatuurbereik of max.-
waarde: Joystick naar boven / onderen bewegen om de
waarde(n) in te stellen.
- Wijzigingen worden direct overgenomen, zodat de gevolgen in
de weergave van het IR-beeld direct kunnen worden
beoordeeld.
4. Dialoogvenster met [OK] of [Esc] sluiten.
- De wijzigingen worden opgeslagen.
6.1.4. Weergave...
Weergaveopties selecteren
De weergave kan worden aangepast door in-/uitschakelen van het
richtkruis, de temperatuurschaal en de snelkeuzetoetsen.
Verborgen functietoetsen kunnen door drukken op een
snelkeuzetoets weer in beeld worden gebracht: door de eerste keer
drukken op een toets wordt de functietoets weer weergegeven. Als
u vervolgens de functie wilt starten, drukt u nogmaals.
1. [OK] | Weergave… | [OK].
- Het dialoogvenster Weergaveopties wordt geopend.
2. Joystick naar boven/onder bewegen om de gewenste optie te
selecteren.
- De geselecteerde optie wordt oranje omrand ( ).
3. Optie met [OK] activeren ( ) of deactiveren ( ).
4. Instellingen met snelkeuzetoets[Toepassen] bevestigen.
of
instellingen met [Esc] annuleren.
6.1.5. Emissiegraad...
Emissiegraad
De emissiegraad beschrijft het vermogen van een object om
elektromagnetische straling uit te zenden. Dit is een specifieke
waarde voor elke materiaalsoort en moet voor correcte
meetresultaten worden aangepast.
Niet-metalen materialen (papier, aardewerk, gips, hout, verf en lak),
kunststoffen en levensmiddelen hebben een hoge emissiegraad,
dat wil zeggen dat de oppervlaktetemperatuur goed door middel
van infrarood kan worden gemeten.
Blanke metalen en metaaloxides zijn vanwege hun lage of
ongelijkmatige emissiegraad slechts in beperkte mate geschikt voor
IR-meting, en er moet rekening worden gehouden een grotere
onnauwkeurigheid van de metingen. Eventueel kan een