User Manual

6 Product gebruiken
28
4. Joystick naar boven/onder bewegen om de gewenste waarden
in te stellen. Joystick naar links bewegen om tussen de cijfers
te wisselen.
5. Invoer met [OK] bevestigen.
6. Instellingen met Toepassen bevestigen.
Solair
Om fouten aan fotovoltaische installaties te detecteren en
documenteren kan de solair-functie geselecteerd worden. Voor de
documentatie kan de (met een extern instrument) gemeten
stralingsintensiteit van de zon worden ingevoerd. Deze waarde
wordt opgeslagen met het IR-beeld.
Als deze functie geactiveerd is ( ), dan zijn de snelkeuzetoetsen
met de functies Intensiteit en Hotspot vast bezet.
Aan de bovenste rand van het display wordt de waarde voor de
stralingsintensiteit getoond.
1. [OK] | Meetfuncties | [OK] | Solair | [OK].
De dialoog Solair wordt geopend. De waarde voor de
stralingsintensiteit kan worden ingevoerd.
2. Selectie bevestigen met [OK].
- Het geselecteerde cijfer krijgt een oranje achtergrond.
3. Joystick naar boven/beneden bewegen om de gewenste
waarde in te stellen. Joystick naar rechts/links bewegen om
tussen de cijfers te wisselen.
4. Invoer bevestigen met [OK].
5. Instellingen bevestigen met [Toepassen].
Meetbereik
Het meetbereik kan worden ingesteld om het aan te passen aan
het betreffende toepassingsgebied.
1. [OK] | Meetfuncties | [OK] | Meetbereik.
2. Gewenst temperatuurbereik selecteren en met [OK]
bevestigen.
Voor meetbereik 350…550°C (662…1022°F):
Het filter voor hoge temperaturen moet gemonteerd
worden, zie Filter voor hoge temperaturen monteren /
demonteren (alleen testo 875i-2), pagina 19.
Bij temperatuurverschillen groter dan 350 K wordt
geadviseerd het palet IJzer HT te gebruiken, zodat
deze lagere temperaturen contrastrijker weergegeven
worden, zie Palet, pagina 34.