User Manual

Ingebruikneming
1 Accu geheel in de accuschacht schuiven, tot
deze gelijk komt met de onderzijde van de
handgreep.
- De camera wordt automatisch gestart.
2 Beschermfolie van het display aftrekken.
- Apparaattaal (Language) en temperatuureenheid
(Unit) kunnen worden ingesteld:
3 Joystick naar boven / onder bewegen om de
gewenste optie te selecteren.
4 Op [OK] drukken.
5 Joystick naar boven / onder bewegen om de
instelling te wijzigen.
6 Op [OK] drukken.
7 Functietoets [Toepassen] ([Apply]) indrukken
om de instellingen over te nemen.
8 Op []drukken, om de camera uit te zetten.
9 Netvoeding aansluiten ( ) .
10 Accu geheel laden (3 uur).
11 Geheugenkaart in de kaartsleuf (SD) schuiven.
- De camera is nu gereed voor gebruik.
Beeld opnemen
1 Beeld bevriezen: eenmaal op de Trigger-toets
drukken.
2 Beeld opslaan: Trigger-toets nog een keer
indrukken.
of
beeld annuleren: op [Esc] drukken.
Menu leren kennen
1 Menu openen: op [OK] drukken.
2 Navigeren: Joystick naar onder / boven
bewegen.
3 Submenu openen (alleen bij met gemar keer de
menu-opties): Joystick naar rechts bewegen.
4 Functie oproepen: op [OK] drukken.
of
menu verlaten: op [Esc] drukken.
Beeld scherpstellen.
Lens met de hand draaien.
In- / uitschakelen
Beschermkap van de lens halen.
Inschakelen: [ ]
indrukken.
- Na de opwarmtijd wordt de meetweergave
geopend.
- De camera voert elke 60 seconden een
automatische nulpuntcompensatie uit. Dit is te
herkennen aan een klikkend geluid. Het beeld
wordt daarbij kort bevroren.
Uitschakelen: [ ] opnieuw indrukken.
Toepassen
Meetfuncties
Fotogalerij
Schaal...
Weergave...
Emissiegraad...
Palet
Configuratie